Industrieel natlakken heeft een toekomst in Nederland

Er zijn er alleen niet veel. En dat snapt hij. Dit jaar bestaat zijn bedrijf 25 jaar en hij heeft met zijn mensen alle ups- en downs meegemaakt. Maar steeds heeft hij oplossingen gevonden. “Altijd weer een nieuw vraagstuk: hoe onderscheid je je?

“Kijk eens wat we voor elkaar hebben gebokst! Er is meer dan alleen poeder”, zegt Marc Kessels enthousiast. De oprichter en eigenaar van Perfect Coat is trots op wat hij bereikt heeft. Dit jaar precies een kwart eeuw geleden begon hij aan zijn ondernemingsplan voor een natlak-bedrijf in Beringe en is het nu uitgegroeid tot expert in het industrieel coaten van kunststof onderdelen met zestig werknemers.

Toen Kessels in 1999 begon, was het opzetten van een natlakcoatingbedrijf niet makkelijk. Logisch, aangezien kunststof-natlakken een hele schone omgeving eist. In een spuitcabine eerst hout verwerken en daarna kunststof gaat dus niet lukken. “We stonden er een beetje alleen voor. Ik herinner me in 1999 toen ik begon dat er een Vademecum uitkwam voor de oppervlaktetechniek. Dat was een dik boek en ik heb het meteen aangeschaft. Ik zoeken naar natlakken van kunststof. Bleek dat over dat onderwerp in het hele boek maar een alinea stond.”

Robot

De wereld van nu ziet er anders uit. Industrieel natlakken is verder ontwikkeld, vooral op het gebied van automatisering. In 1999 ging alles nog manueel, herinnert Kessels zich. “Daar lagen mogelijkheden om gespecialiseerd in kunststof zo veel mogelijk geautomatiseerd te natlakken. Ik werd geïnspireerd door een klus van een bedrijf waar ik werkte. Daar werden kunststoffen onderdelen gelakt, maar die moesten allemaal identiek zijn. Dat gebeurde handmatig, dus je kon niet garanderen dat een maandagochtenddeel gelijk was aan die van vrijdagmiddag. Bovendien werden metaaldelen steeds vaker omgezet in kunststofdelen, met steeds hogere eisen. Dus het moest wel geautomatiseerd worden. Dat bleef in mijn hoofd rondhangen.”

De kern van zijn idee was dat het lakken met een robot zou moeten gebeuren. Dat gebeurde nog niet in Nederland. In Duitsland, met een grotere automotive-industrie, was het wel gangbaar. In mei 1999 besteld Kessels een (dure) lijn, in oktober stelde hij de lijn op in een huurpand en in 2000 was Perfect Coat er klaar voor. En toen? Twee moeilijke jaren. Kessels is en blijft techneut, met een hart voor techniek – niet in de eerste plaats voor verkoop. Dat was een pittig leertraject voor de beginnende ondernemer. Maar tussen 2002 en 2004 liep de orderportefeuille toch vol. Zo vol, dat er een tweede lijn bij moest.

Kessels: “De trend die ik zag, was dat producten kleiner en vlakker werden. Er was sprake van miniaturisering. Dus had ik als tweede lijn een ander type lijn nodig. Het werd een vlakspuitmachine. Maar met de hogere eisen van de industrie, moest de organisatie ook op een hoger niveau komen. ISO-9001gecertificeerd waren we al, ISO 14001 kwam al snel daarna.”

Crisis

Net nu Kessels en zijn mensen de boel goed op de rit hadden, sloeg het noodlot toe: de financiële crisis van 2008. Was het orderboek in september van dat jaar nog voor 100 procent gevuld, aan het einde van 2008 stonden de aanvragen nog slechts op 20 procent. Perfect Coat moest afslanken en dankzij een order van Stokke (bekend van onder andere de trip-trap-stoel) kon Kessels het hoofd boven water houden. Stap voor stap herstelde de economie en dus ook Perfect Coat zich in de jaren daarna, maar in 2012 was er een tweede – kleinere – economische crisis. Dat zette Kessels aan het denken: we moeten de klant meer ontzorgen.

“We merkten dat onze klanten meer en meer een soort van one-stop-shop wilden hebben. Ze wilden alles bij één partij leggen, zodat ze zelf met hun eigen processen aan de slag konden. Aan de ene kant omdat veel mensen met pensioen gingen, aan de andere kant omdat er weinig jonge aanwas was. Wij wilden wel helpen om dat kennis-probleem op te lossen, door matrijzen te verzorgen, naast het spuitgieten en het lakken en eventueel nog assembleren en laseren van gelakte producten. Dat viel erg in de smaak bij onze klanten. We kregen meer verantwoordelijkheid en veel vertrouwen.”

Het werk dat Kessels en zijn zestig medewerkers deden, was concurrerend met Duitse, Tsjechische en Poolse industriële natlakkers. “Dat was weer een nieuw vraagstuk. Hoe onderscheid je je? Uiteindelijk is er maar een mogelijkheid: door de hoogste kwaliteit te leveren. Is makkelijk gezegd, maar moeilijk gedaan. Een matzwarte lak op een kunststof product kunnen ze in goedkopere landen ook. Maar hoogglans? Zonder puntjes? Dat kunnen ze niet. Dat vergt secuur werken en je moet er elke stap bij blijven. Onze buitenlandse concurrenten zullen dat heus ooit wel kunnen, maar dan zijn wij alweer met de volgende stap bezig.”

Bumper

Want in 2019 heeft Kessels de hele organisatie ook anders moeten inrichten om de kwaliteit en de kwantiteit aan te kunnen. Dus is een start gemaakt met het certificeren volgens IATF 16949, de strengste eisen voor het kwaliteitsmanagementsysteem met betrekking tot het ontwerp en de ontwikkeling, productie en installatie van automobiel gerelateerde producten. Vorig jaar hebben ze het certificaat behaald.

Ook kwam in 2019 het eerste project waarbij Perfect Coat als projectmanager optrad: de speed-diffusor. Dat is het onderste stuk van een bumper, hoogglans zwart op een polypropyleen deel. “Een uitdaging, want het was 1,70 meter groot en sterk 3-dimensionaal. We hadden er een grote matrijs voor nodig en een grote spuitgietmachine. In Duitsland vonden we een partner die beide zaken voor ons kon realiseren. Voor ons was dat een mijlpaal.”

Misschien niet direct daardoor, maar het zal wel meegespeeld hebben dat Perfect Coat daarna een grote order kreeg voor de DAF Next5 Generation: alle zilverdelen van de grill. Vroeger werden zulke delen verchroomd, maar vanwege de Cr6-problematiek worden dit soort delen tegenwoordig gelakt. Een mega-order, waardoor Perfect Coat een tweede vlakspuitmachine erbij kon plaatsen.

Vision

Kessels is reuzetrots. ‘Zijn’ bedrijf bestaat dit jaar een kwart eeuw en het heeft moeilijke tijden overwonnen en is in het Nederlandse landschap van oppervlaktebehandeling een unieke speler. Kessels: “Ik ben vanaf nul begonnen. Ik had de keuze om als handspuiter aan de bak te gaan. Maar ik heb een goed plan geschreven en ben met een aantrekkelijk verhaal naar mijn klanten gegaan. Ze werden overtuigd dat industrieel natlakken voor hun een goede keuze kon zijn. Automatisering stond en staat centraal. Ik denk dat daar nog veel te halen valt. Maar ook dat er nieuwe, interessante ontwikkelingen opduiken. De volgende stap is het inzetten van vision-technieken en cobots. We willen in Nederland daar ook voorop blijven lopen. Industrieel natlakken heeft een toekomst hier. Dat hebben we bewezen.”